In het nieuwe stelsel moeten pensioenuitvoerders hun beleggingsbeleid bepalen op basis van de risicohouding van deelnemers per leeftijdscohort. De risicohouding wordt bepaald door periodiek de risicopreferentie per leeftijdscohort uit te vragen. Dit onderzoek moet minimaal 1 x per 5 jaar plaatsvinden. LifeSight voert dit periodieke onderzoek al uit voor ons model met onze slimme standaard lifecycles. Hier verandert niets aan onze aanpak.
Pensioenakkoord

Met het pensioenakkoord en het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen stapt Nederland over naar een ander pensioenstelsel. Volgens de huidige planning moet uiterlijk op 1 januari 2027 aan het nieuwe pensioenstelsel worden voldaan. Dit betekent dat uw pensioenregeling moet worden gewijzigd. Op deze pagina vindt u informatie over de belangrijkste wijzigingen.
Voor pensioenfondsen, verzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI’s) veranderen er zaken. Straks geldt voor iedere pensioenregeling dat de hoogte van de inleg het uitgangspunt wordt. Dit heet een beschikbare premieregeling (defined contribution). Er wordt dus geen toezegging meer gedaan over de hoogte van de toekomstige pensioenuitkering. De inleg en het rendement worden daarmee nog belangrijkere factoren voor de pensioenuitkomst van uw werknemers. Gelukkig is het aanbod van LifeSight al gebaseerd op een beschikbare premiesystematiek. Daarom raakt één van de grootste veranderingen in het wetsvoorstel de pensioenregelingen bij LifeSight niet. Wij hebben al ruime ervaring in de uitvoering en communicatie van beschikbare premieregelingen en met deze opzet kunnen wij gewoon doorgaan.
Er zijn ook veranderingen in het wetsvoorstel die onze pensioenregelingen wel raken en daarom moeten ook de pensioenregelingen van LifeSight op onderdelen worden aangepast.
U heeft waarschijnlijk vragen over wat het pensioenakkoord betekent voor uw pensioenregeling en voor uw werknemers. Wij werken hard aan de uitwerking van onze dienstverlening en aanpassingen aan onze producten zodat we u op tijd een pensioenregeling kunnen bieden die voldoet aan het nieuwe stelsel. Op hoofdlijnen kunnen wij al wel vertellen wat er wijzigt en hoe LifeSight hiermee omgaat.

Bent u al klant bij LifeSight?
Dan ligt het voor de hand om uw pensioenregeling aan te passen met ingang van het verlengingsmoment. Houdt u er daarbij wel rekening mee dat voor de aanpassing van de pensioenregeling instemming van uw werknemers of werknemersvertegenwoordiging nodig is.
We houden u en uw pensioenadviseur de komende tijd op de hoogte van wat de wijzigingen voor uw pensioenregeling betekenen.
De belangrijkste wijzigingen
Een premieregeling met een vast premiepercentage
Wanneer: uiterlijk 1 januari 2027
Welke actie: De regeling dient te worden aangepast tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2027
- Elke werkgever biedt een pensioenregeling op basis van een beschikbare premiesysteem.
- Nu geldt in een beschikbare premieregeling (veelal) een stijgende premie naarmate de werknemer ouder wordt. Het is de bedoeling dat voor elke werknemer hetzelfde premiepercentage gaat gelden.
- Het premiepercentage wordt volgens de huidige voorstellen maximaal 30% van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het salaris minus een aftrek die rekening houdt met de AOW.
- Om de vijf jaar wordt bepaald of het maximale percentage moet worden aangepast, bijvoorbeeld omdat de rentestand is gewijzigd.
U heeft op dit moment een beschikbare premieregeling
Heeft u op dit moment een beschikbare premieregeling, dan heeft u de volgende keuzes:
- Gemengde regeling: u past zo weinig mogelijk aan
- Bestaande werknemers houden de stijgende premie.
- Nieuwe werknemers krijgen een leeftijdsonafhankelijke premie dus gelijkblijvende premie.
- Geen compensatieregeling nodig omdat er voor de huidige werknemers niets verandert.
- Na aanpassing zijn er dan 2 regelingen binnen het bedrijf.
- Wanneer werknemers van baan wisselen, komen zij mogelijk in een ander soort regeling terecht, namelijk van een stijgende premie in een gelijkblijvende premie. Dat vraagt om aandacht, om te voorkomen dat ze verkeerde verwachtingen hebben over hun pensioenopbouw.
- Uniforme regeling: voor iedereen dezelfde regeling
- Alle werknemers krijgen een leeftijdsonafhankelijke premie.
- Compensatieregeling nodig voor werknemers die er op achteruit gaan ten opzichte van hun oude regeling.
- De compensatie kan in de vorm van extra pensioen worden toegezegd of in de vorm van salaris. Het nieuwe pensioenkader biedt hier extra fiscale ruimte voor van maximaal 3% van de pensioengrondslag gerekend over uw totale werknemersbestand.
- Lagere arbeidsmobiliteit (door verlies mogelijke compensatieregeling).
U heeft op dit moment een Middelloon of Eindloonregeling (Defined Benefit)
U heeft op dit moment een Defined Benefit regeling bij een andere uitvoerder dan LifeSight. Vanaf 2027 is het niet meer mogelijk om pensioen op te bouwen in een uitkeringsregeling. Vanaf 2027 zijn alleen nog beschikbare premieregelingen mogelijk.
- Bij een verlenging van uw pensioenregeling in de periode tot 2027 moet u overstappen naar een beschikbare premieregeling met een gelijkblijvende premiestaffel. Deze kunt u onderbrengen bij LifeSight.
- Door vóór 2027 over te stappen op een premieregeling kunt u gebruik maken van de eerbiedigende werking, zoals die hiervoor is omschreven. Dat kan voordelig zijn omdat er in dat geval geen verplichting is om compensatie te betalen voor te missen pensioenopbouw. U kunt dan nog een regeling met een leeftijdsafhankelijke staffel afspreken voor alle werknemers die in dienst zijn op 31 december 2026. Voor nieuwe deelnemers vanaf 2027 geldt dat dat zij pensioen opbouwen volgens een gelijkblijvend percentage.
Advies
In alle gevallen is het van belang dat u zich goed laat adviseren door een pensioenadviseur. LifeSight zorgt ervoor dat uw pensioenadviseur alle informatie heeft om u goed van dienst te zijn.
De verzekeringen voor het partner- en wezenpensioen
Wanneer: uiterlijk 1 januari 2027
Welke actie: De regeling dient te worden aangepast tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2027
Het partner- en wezenpensioen is een belangrijk onderdeel van de pensioenregeling. Er zijn veel verschillende regelingen in Nederland, daarom is het voor veel mensen onduidelijk hoe de regeling er uitziet en wat ze krijgen. De hoogte van nabestaandenpensioenen is nu diensttijdafhankelijk. Soms blijven de dekkingen deels in stand na uit dienst treden. Echter soms vervallen de dekkingen geheel als een werknemer uit dienst treedt. Vaak is een werknemer zich hiervan niet bewust.
Oplossing:
- Het partnerpensioen wordt in de nieuwe situatie altijd berekend als een percentage over het salaris.
- Aard van de dekking (vóór pensioendatum) wordt verplicht op risicobasis.
- Percentage bedraagt maximaal 50% voor PP en 20% voor WZP (40% voor volle wezen).
- Het blijft mogelijk om ANW-hiaat te verzekeren.
- De partnerpensioendekking blijft tot 3 maanden na uitdiensttreding in stand (uiterlijk tot nieuwe baan) of tijdens hele WW-periode. De werknemer mag er voor kiezen de dekking 3 jaar voort te zetten voor eigen rekening.
Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) en verlofsparen.
Wanneer: uiterlijk 1 januari 2021
Welke actie: Geen directe impact op de pensioenregeling
Er zijn ook al een aantal nieuwe regelingen van kracht per 1 januari 2021. Deze hebben geen directe link met de pensioenregeling, maar helpen mensen wel bij het (vervroegd) stoppen met werken.
Vroegpensioen – vrijstelling RVU-boete
De RVU maakt het voor werknemers mogelijk kort voor pensioendatum toch een regeling voor vervroegde uittreding te mogen ontvangen.
- Tot 2021 was sprake van een fiscale boete voor de werkgever wanneer een uitkering werd gedaan die ervoor zorgde dat de werknemer vervroegd kon uittreden.
- Deze fiscale boete geldt niet tussen 1 januari 2021 en 31 december 2025 onder de voorwaarden:
- Uitkering start maximaal 3 jaar voor AOW-datum en bedraagt maximaal ca. € 21.000 per jaar
- Wet vanaf 1 januari 2021 van kracht, na 2025 komt een structurele alternatieve oplossing.
Verlofsparen
Om werknemers meer mogelijkheden te bieden eerder te stoppen met werken is het aantal weken belastingvrij verlofsparen verdubbeld.
- Werknemers mochten nu maximaal 50 weken fiscaal gefaciliteerd verlofsparen.
- Het maximum wordt uitgebreid naar 100 weken.
- Wet vanaf 1 januari 2021 van kracht.

Keuze voor een vast of variabel pensioen na de pensioendatum
In een beschikbare premieregeling wordt het pensioenkapitaal van de deelnemer standaard tot de pensioendatum belegd. Op de pensioendatum koopt de deelnemer vervolgens een vaste pensioenuitkering aan: Vast Pensioen. De deelnemer kan ook na de pensioendatum het pensioenkapitaal blijven beleggen. En kiest dan voor Variabel Pensioen.
Een deelnemer kan zelf kiezen voor een vaste of variabele pensioenuitkering. Als er geen keuze wordt gemaakt, is de ‘standaardkeuze’ van toepassing. In de beoogde nieuwe wetgeving wordt de default voor deelnemers in pensioenfondsen een Variabel Pensioen.
De voorgestelde wettelijke default bij een PPI (en dus ook LifeSight) is – net als nu – de vaste uitkering, tenzij sociale partners (dit zijn werkgever en werknemers) ervoor hebben gekozen dat de variabele uitkering binnen de pensioenregeling de default is. Deze keuze zal dan moeten worden opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. Wanneer u een nieuwe pensioenregeling afsluit moet u daarom samen met de werknemers(vertegenwoordiging) een keuze maken of de standaard een vast of variabel pensioen wordt. Uw pensioenadviseur kan u ondersteunen bij het maken van deze keuze.

Beleggingsbeleid

Bart Snijder
06 51 36 84 71
bart.snijder@zwitserleven.nl

Edwin van den Oever
06 34 08 19 97
edwin.vandenoever@zwitserleven.nl

Lennard van der Beek
06 10 63 72 96
Lennard.vanderbeek@zwitserleven.nl